Grot

Mary Heylema


Mijn potloodpunten druk ik stomp,
een grijze bergwand groeit.
Geen mens, geen dier,
alleen een lokkend gat.

Mijn tekening is af,
ik prik haar op de muur.
Nu gaan mijn ogen op een kier.
Ik ga een poosje staren
omdat ik dan het bootje zie

dat ergens dobbert in die grot
met mij als passagier
bij het verborgen meer
met zachtjes wuivend wier.

Heel rustig wacht ik hier.
Nog even, even
en alles komt tot leven